Zijn Wil

Psalm 119: 1-6

WELGELUKZALIG zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
Welgelukzalig zijn zij die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;
Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen.
HEERE, Gij hebt geboden dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.
Och, dat mijn wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren!
Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.

Lees Psalm 119: 1-6
bijbel-opengeslagen

Zijn Wil

‘Zijn Wil’, dat we Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden.

‘En het geschiedde als ik deze woorden hoorde, zo zat ik neder en weende, en bedreef rouw, enige dagen; en ik was vastende en biddende voor het aangezicht van de God des hemels. En ik zeide: Och HEERE, God des hemels, Gij grote en vreselijke God, Die het verbond en de goedertierenheid houdt dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden.

Laat toch Uw oor opmerkende en Uw ogen open zijn om te horen naar het gebed Uws knechts, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen Israëls, Uw knechten; en ik doe belijdenis over de zonden der kinderen Israëls, die wij tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd.

Wij hebben het ganselijk tegen U verdorven; en wij hebben niet gehouden de geboden, noch de inzettingen, noch de rechten, die Gij Uw knecht Mozes geboden hebt.

Gedenk toch des woords dat Gij Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Gijlieden zult overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien. En gij zult u tot Mij bekeren, en Mijn geboden houden en die doen; al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar verzamelen en zal hen brengen tot de plaats die Ik verkoren heb, om Mijn Naam aldaar te doen wonen. Zij zijn toch Uw knechten en Uw volk, dat Gij verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand.

Och Heere, laat toch Uw oor opmerkende zijn op het gebed Uws knechts en op het gebed Uwer knechten, die lust hebben Uw Naam te vrezen; […]

Lees Nehémia 1: 5-11

olijven

Zijn Wil

‘Zijn Wil’ houdt stand

Beste lezer,

Bovenstaande tekstgedeelte is een citaat uit Gods Woord, de Bijbel.

Bij de profeet Mozes (schrijver van de eerste 5 Bijbelboeken) en bij alle profeten erna, lees je dat zij het volk Israël waarschuwen: ‘leef nu naar Zijn Woord!’ Maar ook: ’doe je het niet, dan zal de Heere God je moeten verstrooien, zoals je steeds gewaarschuwd bent.’

In het bovenstaande tekstgedeelte lees je over het verdriet wat Nehémia daarover heeft. Het volk Israël heeft niet volhard in het liefhebben van de Heere. En het is verstrooit. Als we de geschiedenis kennen, dan weten we dat dit heeft plaatsgehad. Maar, alle profeten hebben ook gezegd: ‘ze zullen weer teruggebracht worden!’ En wat zien we sinds de vorige eeuw? Het volk Israël is en wordt weer verzameld!

Nu, zo zéker het is dat het verstrooien en het verzamelen heeft plaats gehad en nog plaatsheeft, zo zéker is het dat de Heere God erop terugkomt, als wij als Nederlanders Gods Wil verachten en net doen alsof de aarde van ons is er en geen God bestaat: ‘Want is het dat God ’de natuurlijke takken’ (de Israëlieten) niet gespaard heeft, zie toe dat Hij ook mogelijk u niet spare.'

Lees Romeinen 11

druiven

Zijn Wil

‘Zijn Wil’, blijf in Hem en hebt elkaar lief

Jezus sprak toen Hij op aarde rondwandelde:

‘Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. Alle rank die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en alle die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gijlieden zijt nu rein om het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in de wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen. Zo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn.

Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde. Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve en uw blijdschap vervuld worde. Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zet voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebied. Ik heet u niet meer dienstknechten, want de dienstknecht weet niet wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd, want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekendgemaakt. Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat zo wat gij van de Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.

Indien u de wereld haat, zo weet dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld. Gedenkt het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. Maar al deze dingen zullen zij u doen om Mijns Naams wil, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft. Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader. Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beide Mij en Mijn Vader gehaat. Maar dit geschiedt opdat het woord vervuld worde dat in hun Wet geschreven is: Zij hebben Mij zonder oorzaak gehaat. Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.
En gij zult ook getuigen, want gij zijt van de beginne met Mij geweest.

Lees Johannes 15

Lees ook 1 Johannes 2 e.v.

mozes-verhoogde-slang

Zijn Wil

‘Zijn Wil’, dat wij behouden worden

En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft (lees Numeri 21), alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.

Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in de Naam van de eniggeboren Zone Gods. En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos.

Johannes 3: 14-19

Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.

Johannes 3: 36

kerk-bomen

Zijn Wil

‘Zijn Wil’, dat wij in geloof leven en elkaar ondersteunen

‘Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden (want Die het beloofd heeft, is getrouw); En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken; En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet dat de dag nadert. Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden. Als iemand de wet van Mozes heeft tenietgedaan, die sterft zonder barmhartigheid onder twee of drie getuigen; Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die de Zone Gods vertreden heeft, en het bloed des testaments (Jezus Christus) onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest der genade smaadheid heeft aangedaan? Want wij kennen Hem Die gezegd heeft: Mijne is de wrake, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen. Vreselijk is het te vallen in de handen des levende Gods. […]

Nog een zeer weinig tijdsen Hij Die te komen staat, zal komen en niet vertoeven; Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Maar wij zijn niet van degenen die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen die geloven tot behoudenis der ziel.’


U toch ook?

Jesaja 55: 6,7: ‘Zoekt de HEERE terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HEERE, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.’


Leest u alstublieft steeds biddend Zijn Woord en zoek een gemeente die Zijn Woord van harte liefheeft. Wij kunnen als gemeente van Christus uiteraard niet zonder Christus, maar ook niet zonder elkaar. Een kooltje uit een vuur dat apart gelegd wordt, dooft ook uit.

En waarom biddend Zijn Woord lezen? Wie kan u beter Zijn Woord uitleggen, dan de Auteur Zelf? Bid de Heere om Zijn Heilige Geest; dat de Heere u duidelijkheid geeft over wat u in de Bijbel leest. Hij heeft het beloofd in Maleáchi 3: 7b, ‘keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren.’

Gods zegen toegewenst in uw leven aan Zijn Hand!

 

Bovenstaand citaat komt uit Hebreeën 10: 23-39